Vorige | Naar overzicht | Volgende

#247, zonder titel
90 x 70 cm
acrylverf en siberischkrijt op doek
De landschappen die ik schilderde bestonden vaak uit twee vlakken: een bovenste vlak – de lucht – en een onderste vlak – het land. In deze twee vlakken waren soms landschapselementen zichtbaar. Abstracte weergaven van een wolk, suggesties van begroeiing of water. Toen ik besloot geen horizon meer te schilderen hield ik de abstracte landschapselementen over.
Ik stelde mezelf de vraag hoe je met slechts de abstracte weergaven van landschapselementen, met twee vormen dus, een interessant schilderij kunt maken, spannend om naar te kijken. Ik ging experimenteren, schilderde vele vormen, in allerlei variaties. Ingetogen of meer expressief, open of gesloten, dekkend of transparant. Ik zocht spannende composities, ik zocht tegenstellingen en balans. Maar nog altijd met de verstilling en het landschap als uitgangspunt: een vorm in het bovenste deel van het schilderij, de lucht, en een vorm in het onderste deel, het land.